Hoe autisme haar werk beïnvloedt

Eva is een jonge vrouw van 19 jaar. Ze oogt vriendelijk goedlachs en is sociaal.
Toch heeft Eva zich altijd anders gevoeld en dat was de reden dat zij zich op 16-jarige leeftijd heeft laten testen op autisme.
Niet zo raar omdat autisme in de familie veelvuldig voorkwam.

“Mijn moeder zei altijd tegen mij dat het niet hoefde. Zij heeft het altijd geweten en heeft een hekel aan etiketten. Maar toen ik 16 was en tegen dingen aan begon te lopen wilde ik het zeker weten. Zo vond ik mij zelf niet sociaal genoeg bijvoorbeeld. Een prietpraatje maken met mensen vond ik doodeng en ik durfde ook niet alleen naar de winkel omdat ik het idee had dat iedereen naar mij keek.”

Tijdens het gesprek met Eva, waar ook haar moeder bij aanwezig is, wordt duidelijk dat de moeder haar in al die jaren de tips en trucjes wel heeft proberen mee te geven. Zoals het iemand aankijken.
Dat is voor iemand met autisme toch wel een dingetje. Het trucje is dan om tussen beide ogen te kijken bij je gesprekspartner zodat het niet opvalt.

Weggestuurd van school

Eva werd in groep 8 van de basisschool, op verzoek van een leerkracht, overgeplaatst naar een andere school omdat er een continue strijd was met de juf en Eva.
Achteraf is alles op zin plaats gevallen maar toen had Eva de diagnose nog niet.
“Toch is het raar dat leerkrachten zo slecht met autisme om kunnen gaan. Ik had nou niet het idee dat ik zo lastig was”, zegt Eva met haar blik naar boven en denkend aan die tijd.
Toen Eva vervolgens op de andere school kwam en een meester trof die klaarhelder en rechtlijnig was, ging het ineens veel beter met Eva.

Maar ook op de middelbare school ging het met vallen en opstaan. Toen Eva eenmaal 16 was heeft zij zichzelf laten testen en de conclusie was dat ze autisme had.
Tegenwoordig heet het ASS maar vroeger had je allerlei gradaties. Zo zou Eva dan vallen onder de noemer PDDNOS.
Eva zat niet te wachten op het etiket maar door de diagnose vielen dingen wel op zijn plek.  Het gaf haar handvatten om te proberen om te leren. Leren om bijvoorbeeld een sociaal praatje te maken met mensen en niet altijd zwart-wit te denken.
Zo heeft ze een psycholoog gehad die haar opdrachten gaf en haar hielp met zichzelf te ontwikkelen.

“Ik werkte toendertijd bij de MacDonalds en ik kreeg de opdracht om elke dag minimaal 1 complimentje aan gasten te geven. Dat was echt lastig en het voelde voor mij onnatuurlijk maar ik heb het toch gedaan” zegt ze trots.
Daarnaast moest ze vaker alleen naar de winkel. Dat lukte aardig maar het durven vragen naar artikelen die ze niet kon vinden bleef lastig.
Eva lacht en zegt: “Als ik het niet kan vinden bel ik mijn moeder. Die weet precies waar alles staat! Dan hoef ik het in ieder geval niet aan de medewerkers te vragen.”

Haar moeder lacht ook: “Ik heb er een parttime baan bij met al die appjes die ze mij stuurt maar ik ben er aan gewend en probeer op die manier een beetje te helpen.”

Werk en autisme

Toch liep ze al vrij snel tegen problemen aan bij de Mac. Vaak had ze gesprekken met de manager. Voor Eva waren bepaalde regels niet duidelijk maar vaag.
“Zo vroeg ik of ik een neuspiercing mocht. De manager zei toen als de ring niet te groot was het geen probleem zou zijn. Maar ja. Wat is groot? Hij gaf er geen afmetingen bij.”
Uiteindelijk liep het spaak bij dit bedrijf. Zelf heeft ze het idee dat men geen benul heeft hoe om te gaan met mensen met autisme.

Ze solliciteerde bij een fabriek in de stad en kreeg de baan.
Haar moeder vertelt dat het eigenlijk niets met solliciteren te maken had.  Eva zei gewoon dat ze bij de fabriek ging werken en ging er dan ook blindelings van uit dat ze haar aan zouden nemen.
Dat is dan gelukkig ook wel gebeurd.

Na ongeveer 3 maanden liep ze toch weer tegen de zelfde zaken aan en kreeg ze vaak gesprekken met de voorman over haar gedrag en houding.
Omdat ze een harde werker was had ze een hoge gunfactor maar na nog een tijdje leek de koek ook op te zijn bij de werkgever en zou ze nog 1 gesprek krijgen. Het moest echt anders.

“Ik heb op het werk nooit gezegd dat ik autisme heb. Mijn moeder maakte zich zorgen omdat ik altijd problemen krijg op het werk. Zij vond het tijd dat ik zou melden dat ik autisme had.”

Ik wilde niet zeggen dat ik autisme had

Eva vertelt dat ze voorafgaande aan dat gesprek op het toilet heeft zitten huilen. Want ze vond het heel eng om te vertellen dat ze autisme had.
Ze is zich er wel van bewust dat dit voor de werkgever duidelijkheid kan geven waarom ze bepaalde gedragingen heeft en dus heeft ze het gemeld.
Het resultaat mag er zijn want de werkgever heeft haar nu anders ingepland. Vaste plek, vaste tijden zodat er meer structuur in het werk is.

Haar autisme zal ze haar hele leven met zich meenemen en het blijft soms vervelend omdat niet iedereen er begrip voor heeft.
“Kijk”, zegt Eva, “als je een fysieke beperking hebt is het voor iedereen zichtbaar en veel makkelijker om er begrip voor te hebben. Autisme zie je niet.”

Ze benadrukt nog wel even dat zij zichzelf niet ziet als een jonge vrouw met een stoornis of beperking. Ze vindt zichzelf uniek.
“Want was is normaal? Normaal is wat de meerderheid ergens van vindt. Maar de mening van mensen met autisme doet er ook toe en wij vinden onszelf ook normaal! Want wij hebben dezelfde emoties als iedereen anders, ook al komt dat er soms wat anders uit.”

Autisme bij vrouwen

Doordat autisme zich bij vrouwen anders uit dan bij mannen, wordt dit vaak niet opgemerkt. Bovendien kunnen veel vrouwen de symptomen van autisme beter camoufleren. Dit camoufleren kan bij hen leiden tot uitputting en psychische problemen. Vaak hebben vrouwen met autisme heel lang ‘getobd’ voordat ze wisten wat er met hen aan de hand was. Velen kregen eerst andere diagnoses, zoals de diagnose persoonlijkheidsstoornis.

terug naar home