Geweld tegen vrouwen is een enorm probleem: bijna de helft van de Nederlandse vrouwen krijgt na haar vijftiende te maken met (seksueel) geweld. In negen van de tien gevallen wordt dat geweld gepleegd door een man.
Niet alle mannen zijn pleger, maar alle mannen zijn opgegroeid in een samenleving die bepaalde verwachtingen van hen heeft en hen bepaalde normen en stereotypes heeft geleerd over wat mannelijk is en wat niet.

Geweld tegen vrouwen moet stoppen. Het maakt deel uit van de SDG:  de sustainable development goals. Om het geweld tegen vrouwen te stoppen is meer nodig. 
Als de veroorzaker van het geweld in veel gevallen een man is, dan is het goed om juist mannen te betrekken in de bestrijding van het geweld tegen vrouwen.
Tijdens dit weekend leer je meer over gendernormen, stereotypen en hoe dit alles mensen heeft kunnen beïnvloeden. 

Dit mannenweekend is onderdeel van het Deltaplan: een samenwerking van organisaties die mannen wil betrekken inde bestrijding van  het geweld tegen vrouwen.
Het wordt georganiseerd door Emancipator

Wil je meer weten? Surf dan naar de website voor meer informatie of om je aan te melden voor dit speciale mannenweekend!

“Het was een warme zomeravond. We zagen wel dat hij aan de sterke drank was, maar we durfden er amper iets van te zeggen. Mijn dochter en haar vriendinnetje waren kunstjes aan het doen op de trampoline.
Ineens werd het hem te veel, hij liep naar buiten, buiten de tuin, vond een paar bakstenen en gooide die over de schutting. Die gingen rakelings langs de kinderen.
Eén baksteen raakte mij. De politie werd ingeschakeld en hij werd afgevoerd. Er is geen aangifte gedaan. 

“Ik was een weekend met vriendinnen weggeweest en vlak voor thuiskomst belde ik hem op. Hij vertelde dat hij het huis aan kant had gemaakt en de kaarsjes brandden. Ik verheugde mij op de thuiskomst. Eenmaal aangekomen zag ik het al: zijn gezicht stond op onweer. Ik heb geen idee waarom hij ineens zo boos was. Ik vermoed jaloezie. Hij viel mij aan, maar ik gilde zo hard dat een buurman mij te hulp schoot. Die heeft hem een aantal rake klappen moeten geven om weer te bedaren. En zo ging  het altijd. Ik kon nooit iets doen voor mijzelf zonder dat hij boos werd.”