In een eerdere blog schreven we over hoe de media geweld tegen vrouwen verhult door verzachtende termen te gebruiken. Maar wat zijn de gevolgen hiervan? Hoe beïnvloedt deze manier van spreken het beleid, de hulpverlening en de perceptie van geweld tegen vrouwen? In dit artikel gaan we dieper in op hoe framing niet alleen ons taalgebruik, maar ook onze maatschappelijke aanpak van geweld tegen vrouwen beïnvloedt.

De impact van framing op beleid

Wanneer geweld tegen vrouwen wordt afgedaan als een ‘relatieconflict’ of ‘familiedrama’, blijft het een privékwestie in plaats van een maatschappelijk probleem. Dit heeft directe gevolgen voor beleid en wetgeving. Als de overheid femicide niet erkent als een aparte categorie, blijven maatregelen uit die specifiek gericht zijn op het beschermen van vrouwen. In Nederland ontbreekt bijvoorbeeld een officiële registratie van femicide, terwijl landen als Spanje en Mexico specifieke wetten en preventieve programma’s hebben die het probleem actief bestrijden.

Framing beïnvloedt ook hoe politie en justitie reageren. Wanneer een geweldsincident wordt neergezet als een ‘uit de hand gelopen ruzie’, wordt het risico op herhaling vaak onderschat. Hierdoor krijgen slachtoffers niet altijd de bescherming die ze nodig hebben. Studies tonen aan dat een groot deel van de vrouwen die door hun (ex-)partner worden vermoord, al eerder melding heeft gemaakt van bedreiging of geweld.

De invloed op hulpverlening

Hulpverleners en instanties zoals opvanghuizen en crisiscentra worden beïnvloed door hoe geweld in de samenleving wordt geframed. Als partnergeweld wordt gezien als een individueel probleem, in plaats van een systematisch probleem van machtsmisbruik, blijven preventieve maatregelen onderbelicht. Er is nog steeds te weinig structurele financiering voor preventiecampagnes en opvangplekken voor vrouwen die vluchten voor een gewelddadige partner.

Bovendien kan framing ervoor zorgen dat vrouwen zelf hun situatie niet als ernstig genoeg inschatten. Als de media spreken over ‘relatiedrama’s’, kunnen slachtoffers denken dat hun situatie normaal is, of dat ze niet serieus genomen zullen worden als ze hulp zoeken.

Hoe kunnen we framing veranderen?

1. Gebruik de juiste termen – Journalisten, beleidsmakers en hulpverleners moeten expliciet spreken over ‘femicide’, ‘partnergeweld’ en ‘gendergerelateerd geweld’ in plaats van verzachtende termen.
2. Media-aansprakelijkheid – Nieuwsmedia moeten worden aangesproken op hoe ze berichten over geweld tegen vrouwen. Dit kan door klachten in te dienen, maar ook door positieve voorbeelden te delen van media die het goed doen.
3. Educatie en bewustwording – Scholen, professionals en het brede publiek moeten worden voorgelicht over de impact van taal en framing op gendergerelateerd geweld.
4. Druk op beleidsmakers – Campagnes zoals #NietMijnRecht kunnen beleidsmakers aansporen om femicide officieel te erkennen en specifieke maatregelen te nemen.

Conclusie

De manier waarop we praten over geweld tegen vrouwen heeft directe gevolgen voor hoe het probleem wordt aangepakt. Door de juiste termen te gebruiken en framing te veranderen, kunnen we bijdragen aan betere bescherming voor slachtoffers en effectievere wetgeving. Geweld tegen vrouwen is geen privézaak, geen ongeluk en geen ‘drama’. Het is een structureel probleem dat een serieuze aanpak verdient.

Laten we ervoor zorgen dat taal niet langer een obstakel is in de strijd tegen geweld tegen vrouwen.

 

terug naar home