Maarten wint meestal maar vandaag heb ik ook vrij veel setjes. Als de kaarten op zijn, vraagt hij of ik de setjes willen tellen om te checken of ik echt niet gewonnen heb. Ik antwoord: ‘Ja, laten we maar tellen.’ Hij zegt dat hij denkt dat hij er drie of vier meer heeft. Ik antwoord: ‘ja, dat denk ik ook’. In werkelijkheid, twijfel ik, maar ik heb geleerd om niet te veel van mezelf te denken. Straks dans ik joelend op de tafel en blijkt dat ik heb verloren. Dan zou ik niet door de grond, maar door de tafel zakken.
Ik, als vrouw zijnde, vind het doodeng om trots te zijn. Reclame voor mezelf maken, vind ik nog veel enger. Niet omdat mannen mij onderdrukken, maar omdat wij, vrouwen, bescheidenheid van elkaar verwachten en van onszelf? Sinds kort zeg ik na mijn optredens: ‘Mijn Instagram is ‘@dorrodunya’’. En de man die na mij optreedt noemt standaard zowel zijn site, Facebook, Instagram, Twitter, en al zijn komende projecten. Dan denk ik: ah, zo kan het ook, zo moet het. Maar als een vrouw dat doet, dan denk ik wojooo, deze vrouw. We zijn klaar met tellen, ik heb drie setjes meer dan Maarten. Ik ben de winnaar. Ik ben de winnaar. Ik ben de winnaar. Toch heb ik er moeite mee om dit op te schrijven, alsof het een geheim is als je wint en een vrouw bent.
Gastblogger/Gedicht: Dorro Dunya