Politieke Pioniers

Gastblog Vera Bergkamp. Voorzitter Tweede Kamer

 

Waar ik ben op woensdag 8 maart? Dat mag geen verrassing zijn. Ik ben dan natuurlijk in de Tweede Kamer en zit ik de plenaire vergadering voor. Op de agenda staat die dag een wetsvoorstel over gelijke kansen op de arbeidsmarkt. Het is een mooi moment om juist op die dag over dat onderwerp te debatteren. Er is nog werk aan de winkel, maar we komen van ver. Met dank aan de politieke pioniers die de weg hebben vrijgemaakt voor ons en streden voor gelijke rechten. Graag eer ik hen op deze dag.

 

Het was Aletta Jacobs – de eerste vrouwelijke arts – die voor ons de strijd aanging voor algemeen kiesrecht. Vrouwen konden pas vanaf 1917 een rol in de Nederlandse politiek spelen, toen vrouwen het grondwettelijke recht kregen om te worden gekozen. Een paar jaar later mochten vrouwen ook zelf naar de stembus. Suze Groeneweg baande voor ons in 1918 in de Tweede Kamer de weg naar de volksvertegenwoordiging. Zij pleitte onder meer voor beter onderwijs, drankbestrijding, zuigelingen- en moederschapszorg en ontwapening. Ook was zij een vurig voorstander van een wettelijke verlofregeling bij zwangerschap en bevalling. Ze kwam op voor vrouwen.

 

In 1953 verwelkomden we de eerste vrouwelijke bewindspersoon, staatssecretaris Anna de Waal, in 1956 de eerste vrouwelijke minister; Marga Klompé. In 1977 was Ria Beckers de eerste vrouwelijke lijsttrekker en fractievoorzitter in de Tweede Kamer. Lizzy van Dorp mag als pionier in dat licht overigens ook niet onbenoemd blijven. Zij was de eerste vrouwelijke juriste én leidde al in 1922 haar ‘eenvrouwssfractie’ in de Tweede Kamer Dat deed ze nadat Sam van Houten, de lijsttrekker van hun partij, geen zitting nam in de Kamer. Een vrouwelijke Kamervoorzitter is na Jeltje van Nieuwenhoven ook geen uitzondering meer. Welke politieke pionier wordt de eerste vrouwelijke minister-president?

 

De Tweede Kamer heeft een voorbeeldfunctie. Ik ben dan ook enorm trots dat er bij de Tweede Kamer zoveel vrouwen – ook in topfuncties – werken. Dat we zoveel vrouwelijke fractievoorzitters hebben, is gewoonweg fantastisch. Maar wat ik jammer vind, is natuurlijk dat het aantal vrouwelijke Kamerleden nog steeds achterblijft op de mannen. We tellen er nu 57. Het zou mooi zijn wanneer meer vrouwen met een maatschappelijk hart zich voor politieke functies melden. 

 

En daarmee net als Aletta, Suze, Lizzy, Anna, Ria en Jeltje en vele andere vrouwen die werkzaam zijn en waren in de landelijke en regionale politiek een voorbeeld zijn voor meisjes en jonge vrouwen.